Collect Call
- Stephanie van Leeuwen
- 5 jul 2024
- 2 minuten om te lezen
Ze belde op een doordeweekse avond. De coördinatrice kwam collectanten tekort. Veertigminners willen niet, zestigplussers willen niet meer. ‘Zou jij willen helpen met collecteren?’ Eerlijk is eerlijk: ik liep niet meteen warm. Maar soms moet je je comfortabele bubbel even verlaten voor een uitstapje.

De ingrediënten. Een foambord met QR-code (want goedkoper en efficiënter), een setje ‘Niet Thuis’-briefjes, en drie straatjes met identieke, vrijstaande huizen. En wat lood in mijn schoenen.
Sommige bewoners waren (of veinsden) niet thuis. Anderen hadden de deurpost versierd met afwerende NEE-stickers, waaronder ‘Geen Collecte’. Per ongeluk belde ik toch aan bij zo’n NEE-sticker. Prompt verscheen een afkeurende, NEE-bewegende wijsvinger door het keukenraam. Sorry mevrouwtje. Niet gezien.
Dan de meest dankbare doelgroep voor collectanten: alleenstaande senioren, die blij waren met een praatje aan de deur. Een van hen – een verzorgd, fragiel dametje – vroeg: ‘Wil je niet even binnen komen?’ Ik aarzelde. Met nog wat voordeuren te gaan wilde ik eigenlijk door, maar ik zag ook hoeveel plezier ik haar met een bezoekje zou doen. Ik stapte de gang in. De woonkamer was om door een ringetje te halen, zo netjes. Ze liet een foto in de kast zien: ‘Dat is mijn man’, zei ze. ‘Hij is twee jaar geleden overleden. We zouden dit jaar 65 jaar getrouwd zijn.’ Haar ogen vulden zich met tranen; het leven zonder echtgenoot viel deze dame zwaar.
Wat een tegenstelling tussen twee levens. Mijn dagen trekken in lichtsnelheid voorbij, vol met mensen en dagelijkse verplichtingen. Elk uur voor mezelf is een diamantje. Haar dagen: lang en alleen. Man overleden, familie ver weg en slecht ter been. Geluk gaat niet over huizen, maar over contact met mensen. Bij gebrek aan menselijk contact is eenzaamheid de onvermijdelijke tegenpool.
Na tien minuten stonden we weer in de gang. Ik bedankte deze lieve maar verdrietige mevrouw voor het vertrouwen en maakte aanstalten om naar buiten te gaan. Ineens klonk het achter me: ‘Je hebt de badkamer nog niet gezien.’
Volgend jaar mogen ze me weer bellen.
Opmerkingen