Oorlogje spelen
- Bart Boussemaere
- 12 okt 2023
- 2 minuten om te lezen

Als je een Engelsman hoort zeggen: ‘Sticks and stones,’ dan bedoelt hij dat fysiek geweld hem wel kan schaden, maar woorden niet. Het vervolg, dat meestal wordt weggelaten, omdat men ervan uitgaat dat het alom bekend is, gaat als volgt: ‘But words can never hurt me’. Dat tweede deel had ik vast al eens gehoord, maar waarschijnlijk verkeerd verstaan of vanuit mijn persoonlijke ervaring anders geïnterpreteerd. Een beetje zoals liedjesteksten die je al jaren fout meezingt (kissthisguy) Zo was mijn versie al die jaren:‘But only words can really hurt me.’
Misschien komt dat omdat ik als tiener jarenlang ben gepest. Daarbij zijn nooit klappen gevallen, de smartphone bestond nog niet dus ook geen cyber stalking of sexting. Puur woorden, maar die kwamen wel hard aan. Door die woorden ging ik dan vaak mijn toevlucht zoeken in de bibliotheek, want de woorden daar gaven me troost, niet zelden in de vorm van kennis.
Daar las ik zonder veel onderscheid of voorkeur. Boeken over spionage, piratenverhalen, wetenschap of kunst, alles was goed om aan de realiteit te ontsnappen. Eén van mijn lievelingsonderwerpen was geschiedenis. Vooral dan de vele oorlogen die door de tijd heen en over alle continenten werden gevoerd.
Wat me daarbij opviel was het tegenstrijdige taalgebruik om gruwelijke en bloedige gevechten te beschrijven. Alsof het over een toneelstuk ging: de ene divisie werd op het podium gezet, waarna het doek viel voor een andere. Openingsacts en dramatische hoogtepunten, generaals die zich als diva’s gedroegen en zo meer. Lyrische beschrijvingen die duizenden lijken onder het tapijt veegden. Ook de benaming van massavernietigingswapens liet alles aan de verbeelding over. 140.000 doden veroorzaakt door een bom genaamd: ‘Little boy’. De ‘Daisy cutter’, ook van Amerikaanse makelij, is dan weer een 15.000 pond wegend, conventioneel monster, dat hele dorpen kan vernietigen. Iets waar de Vietnamezen, Afghanen en Irakezen over kunnen meepraten. In ieder geval zij die het hebben overleefd.
Kinderen en zakenlui, beiden genadeloze schepsels, doen dan weer het tegenovergestelde. Zo heb ik snotneuzen horen praten over hun aartsvijanden, die ze willen uitroeien. Terwijl bedrijfsleiders praten over vijandelijke overnames als iemand te veel aandelen koopt. Een concurrent met een beter artikel kan blijkbaar een slachtpartij veroorzaken. Als halve autist heb ik het al moeilijk genoeg om gewone gesprekken te volgen. Als mensen hun woorden bewust verdraaien, klutst bij mij echt alles door elkaar, terwijl ik wel vloeiend ben in sarcasme. Wees dus zo goed om een koe een koe te noemen, want de wereld is al verwarrend genoeg.
Opmerkingen