Terug naar de kern
- Demi Antoon
- 2 jan 2024
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 1 dag geleden

‘Wat wil je nou écht?’ Mijn coach kijkt me vragend aan. Ik haal mijn schouders op. ‘Geen idee, ik vind zoveel leuk. Zoveel banen, zoveel landen, zoveel mensen. Zoveel keuze…’ Ik sla mijn ogen naar de grond.
Vroeger dacht ik dat je iemand zou ontmoeten waarvan je helemaal ondersteboven was en die ander zou dan hetzelfde voelen en dan blijf je je hele leven lang bij elkaar. Dat is ook hoe het ons wordt verteld in sprookjes en ons wordt getoond in de romcoms toch? Maar het leven is geen film en ik ben geen sneeuwwitje. Het leven is niet geregisseerd en verloopt rommelig en gaat niet in één rechte lijn maar via een kronkelend pad.
Ik zit nu midden in mijn 20’s en het voelt alsof ik gevangen zit tussen lang leve de lol en toe aan iets serieus. Ik kan me niet echt binden aan iemand maar ben intiem met meerdere mensen tegelijk, totdat zij te veel gaan voelen en het te echt wordt. Dan verdwijn ik weer, op zoek naar de volgende. Zo ben ik niet altijd geweest en zo wil ik eigenlijk helemaal niet zijn.
‘Ik heb het idee dat je niet echt naar je eigen kern durft te gaan. Dat je daardoor niet weet wat je echt wilt en hoe je zou willen dat je je leven vormgeeft. Niets overkomt je in het leven, je hebt altijd de keuze hoe je ermee omgaat.’ Ik knik. Ik weet dat ze gelijk heeft en wuif de gedachte weg hoe het zou zijn om seks met haar te hebben.
Verdomme, hoe kom ik tot die kern dan? Hoe kan ik weer geloven in liefde? Hoe durf ik weer echte verbindingen aan te gaan en weer het risico te nemen om gekwetst te worden in plaats van de ander steeds te kwetsen?
‘Misschien moet je een tijd alleen zijn, al is het maar een paar maanden. Met niemand intiem zijn en veel op jezelf zijn en ondernemen. Het zal saai voor je gaan voelen, want je houdt nu eenmaal van een dynamisch leven. Maar als je echt terug wil naar je kern, is dat de oplossing,’ vervolgt ze, alsof ze mijn gedachten kan lezen.
Daar zit ik dan. Alleen in mijn woonkamer, te staren naar de vlam van een grote kaars die op het tafeltje voor me staat. Soms wordt het beeld wat troebel door de tranen die in mijn ogen staan en beweegt de vlam agressief heen en weer door de zware zuchten die uit mijn mond ontsnappen. Op de achtergrond speelt een nummer waarvan de tekst luidt: Oh my god, you’re bad for my Karma. Always been a sucker for drama. Hallelujah somebody save me.
De tekst is erg toepasbaar op de persoon die ik de laatste tijd ben. Ik ben bang dat ik verliefd ben op de liefde, niet per se op een persoon zelf. Ik ben verliefd op het uitdagende, spannende, verreikende en dynamische wat liefde met haar meebrengt. Ik ben er zo goed in geworden, me gedragen als de perfecte partner. Het ook echt zijn, het ook echt voelen. Ik hou van mezelf als ik met iemand ben die mij leuk vindt. God wat kan ik dan leuk zijn. Ik hou ervan als alles onverwachts en spontaan gaat. Geen regels. Geen verwachtingen. En nee, alsjeblieft geen verplichtingen. Dus je snapt dat het nooit lang duurt. Die liefde. De ander wordt verliefd op mij, er wordt gepraat over grote stappen, en ik ben weg.
Zo ben ik niet altijd geweest. Vroeger was ik een grote romanticus, monogaam tot en met. Ik geloofde in de liefde. Ik glimlach bij die gedachte, maar mijn hart huilt. Tuurlijk zou ik daarnaar willen teruggaan, en tuurlijk weet ik wat daarvoor nodig is. Zoals mijn coach al zei: alleen zijn, écht alleen zijn. Tot ik weer terug ben bij mijn kern en weet waar ik voor sta. Dus vanavond redt niemand anders mij. Vanavond ben ik dat zelf.
De gedachte die in mij opkomt wanneer ik de kaars uitblaas om vannacht alleen met mezelf het bed te delen is: Wil ik dat nou écht?
Opmerkingen