top of page

Veiligheid

ree

Het gevoel van veiligheid. De overheid speelt daar via de (multi-)media graag op in. Als mensen zich onveilig voelen, zijn ze geneigd beter te luisteren. Een zeker home security bedrijf legt het -zonder het zelf te weten waarschijnlijk- perfect uit: VOEL je veilig met… Want veiligheid is nooit gegarandeerd. Wat willen ze doen tegen een groep gewapende personen die zich een weg naar binnen schiet, of een binnenbrand waarbij het systeem onklaar kan raken en de deuren en ramen niet meer open kunnen? Zij verkopen het idee, de illusie van veiligheid.


Tegenwoordig lijkt dat idee van “bange mensen zijn gemakkelijker te controleren” niet meer helemaal te werken. Niet iedereen siddert meer van angst, steeds meer mensen halen keihard uit in tijden van angst, als een bang, in de hoek gedreven wild dier. De groep bange dieren groeit, en voelt zich sterker en gesteund door elkaar. In de huidige situatie waarin de wereld verkeert, is veiligheid een beladen onderwerp. Het is goed je dan eens af te vragen of, waar en wanneer jij je nu veilig voelt.


Vanuit mijn perspectief als wit persoon, hoef ik me misschien niet zoveel zorgen te maken; er is geen sprake van generationeel overgedragen onveiligheid. Vanuit mijn perspectief als vrouw is dat anders.


Vanuit mijn perspectief als kind-van-oorlogskinderen is er wel sprake van intergenerationele gevoelens van onveiligheid: mijn beide ouders moesten op hun hoede zijn in het van Nazi’s vergeven gebied waarin zij leefden, conflict vermijdend tenzij de situatie niet anders toeliet, in feite vergelijkbaar met de situatie in Oekraïne, Israël en de Palestijnse gebieden. Dat gevoel van onveiligheid heb ik meegekregen bij conceptie, en hoewel ik hier in het relatief rustige Nederland geen expliciete reden heb om me onveilig te voelen, is dat wel wat mij verbindt met de hele situatie in de wereld en schreeuwt het empathische kind in mij: “Stop nou toch met zo akelig doen tegen elkaar, stop nou toch met dat geweld en die angst en die drang om gelijk te krijgen! Doe’s lief!!!!”


Als individueel mens is het weer heel anders: mijn veiligheid (als die er al was) viel volledig weg toen ik als klein baby’tje werd opgenomen in het ziekenhuis met een dubbele middenoorontsteking; weg van de veiligheid van thuis, mijn wiegje, mijn familie, de borst van mijn moeder, de bescherming van mijn broers. Als ik iets leerde in deze situatie, is het wel voor mijn eigen bescherming zorgen, niemand ging dat voor mij doen.

Hierdoor bungelt mijn gevoel voor veiligheid tussen “Laat mij maar alleen” van Harrie Jekkers en “Laat me niet alleen” van Jaques Brel. Er is geen tussenweg. Of ik stoot je keihard af, of ik klamp me met hart en ziel aan je vast. Zowel bindings- als verlatingsangst tegelijk. Gek genoeg voel ik me het meest veilig bij “Laat mij maar alleen”, want dan kan ik tenminste mezelf zijn, hoef ik niets te bewijzen, me anders voor te doen, is er geen schaamte voor wie ik ben en hoe ik doe. Daar kan ik niets kapot maken, daar kan ik niet kapot gemaakt worden (of de beleving van kapot gemaakt worden), daar hoef ik niet bang te zijn voor afwijzing, want ik vind mezelf best leuk; “Ik hou van mij”, ook van Harrie Jekkers, dat kan ik namelijk ook wel.


“Laat mij maar alleen”, want dan kan ik tenminste mezelf zijn, hoef ik niets te bewijzen, me anders voor te doen, is er geen schaamte voor wie ik ben en hoe ik doe.

Ik voel me veilig zolang ik niet in conflict kom, dus ik blijf het liefst uit maatschappelijke, polariserende discussies. Het idee, monddood gemaakt te kunnen worden levert zoveel verstikkende, verstijvende gevoelens van onveiligheid op, dat ik het maar liever ontloop. Alsof ik er moe van ben, mijn energie er niet aan wil geven. De verloren vriendschappen en familierelaties neem ik dan maar op de koop toe.


De notie van veiligheid zit vanbinnen, in ieder mens, zolang men niet in een feitelijk gevaarlijke situatie terechtkomt. Ik kan mij veilig voelen in mijzelf en mijn grenzen aangeven, maar als ik iemand tegenkom die BAM! over mijn grenzen heen dendert met (spreekwoordelijk als ook letterlijk) een tank en automatische wapens,machetes en gepeperde retoriek, dan wordt pas echt duidelijk hoe kwetsbaar veiligheid is. Mensen worden letterlijk dan wel spreekwoordelijk gegijzeld in hun bewegingsvrijheid, hun vrijheid van mening, religie, beroep, bestaan. Of men trekt zich terug, houdt zich in, spreekt zich niet uit, is verstijfd, kan niet meer rekenen op zijn eigen executieve functies (vluchten en bevriezen), of men haalt genadeloos uit. Dit werkt zo op micro-, macro- en mesoniveau, en het heeft zijn weerslag op de maatschappij in de vorm van polarisatie, heftige demonstraties en hard terugslaan.


Wat maakt me nou werkelijk zo boos? Welke angst zit daar eigenlijk onder? Is het wel mijn boosheid, mijn angst? Of is het die van een ander? Heb ik bewijzen voor mijn boosheid en mijn angst?


Ik schrijf het op tegenwoordig. Iedere dag. Ik ben bang dat polarisatie de wereld in tweeën zal verdelen. Ik ben boos op groepen mensen die elkaar naar het leven staan, omdat ik bang ben dat de polarisatie de wereld in tweeën zal splijten.


Vijf à tien minuten besteed ik hieraan: ik schrijf mijn boosheid en mijn (onderliggende) angsten op. Ik koppel mijn boosheden aan mijn angsten, niet aan wat de ander (of ikzelf) doet, want dan leg ik het buiten mezelf. Ik eindig met een verklaring dat ik klaar ben met het beschrijven van mijn boosheid en mijn angsten en dat ik het aan het Universum teruggeef en overlaat om het op te lossen, spreek mijn verlangen naar vrede en heelheid uit, vraag om mij bij te lichten op mijn pad en de kracht om te doen wat gedaan dient te worden. Ik kan namelijk niks oplossen, ik kan hooguit mijn innerlijke rust bewaren en leven vanuit een gevoel van liefde, verbondenheid en de illusie van veiligheid. Daarna verbrand ik het papiertje waarop ik heb geschreven. Soms deel ik het eerst, meestal niet.


Ik kan namelijk niks oplossen, ik kan hooguit mijn innerlijke rust bewaren en leven vanuit een gevoel van liefde, verbondenheid en de illusie van veiligheid.

Ik voel me niet langer veilig in het verhaal, bij het verhaal, met het verhaal. Ik voel me veilig in het vertrouwen dat gebeurt wat er dient te gebeuren, zelfs als dat wat er gebeurt totaal onveilig is, en geef me daaraan over. Dan spreek ik mijn “witte persoon schijnveiligheid” aan, dat toch nog diepgeworteld blijkt te zijn in mijn onderbewuste. Ik vrees voor de veiligheid van mijn broeders en zusters en hun kinderen, vooral de kinderen, in gewelddadige gebieden waar ook ter wereld: blijf zitten waar je zit en verroer je niet (want vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten waar, schuilen kan nog wel, heel dicht bij elkaar).


En persoonlijk blijf ik ook nog maar even schuilen in mijn huis, in een rustige straat, met het park naast mijn huis, met vogels,kikkers en padden en bloemen,bomen en insecten, verbonden met de wereld via televisie en social media; lekker veilig. Laat mij maar alleen ook al valt het soms niet mee; de eenzaamheid is soms erger met zijn twee.


Want, vluchten kan niet meer…

Opmerkingen


  • Facebook

DE COLUMNIST

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

bottom of page